Louis van de boomgaardenstichting bezorgden ons verschillende oude rassen;
twee hoogstam appel Joseph Musch en Trezeke Meyers,
Amandel Robijn,
Vlier,
Mispel,
Vijg,
Meidoorn.
Bij het planten kregen we heel wat nuttige tips:
- de paal die je bij de boom voorziet wordt in het plantgat zelf voorzien met een grondboor,
- deze paal wordt aan de kant gezet van waar de wind komt, zo houdt de paal de wind tegen, wat belangrijk is in het begin bij jonge planten,
- de paal wordt aan de bovenkant afgerond, zodat de boom niet beschadigd raakt door tegen de paal te schuren,
- vooraleer je de aarde wilt aandrukken met je voeten, dien je eerst met de boom te schudden. Zo ben je er zeker van dat de aarde goed rond en vooral tussen de wortels van de bomen zit. Dan pas kan je de aarde aandrukken.
Op één plaats dienden we enkele fruitstruiken te verplaatsen. Te oud dachten sommige om nog fruit van te kunnen oogsten. Louis gaf ons tips hoe we (heel) oude fruitstruiken kunnen verjongen en scheuren. Zowel takken als de wortel in snoeien.